The long and winding road - Reisverslag uit Kâmpôt, Cambodja van Martin & Desirée - WaarBenJij.nu The long and winding road - Reisverslag uit Kâmpôt, Cambodja van Martin & Desirée - WaarBenJij.nu

The long and winding road

Door: Martin & Dees

Blijf op de hoogte en volg Martin & Desirée

10 Augustus 2015 | Cambodja, Kâmpôt

Bangkok, dat wordt feesten, beesten, zuipen en gekkigheid! Daar hadden we ons op verheugd na maanden ver van het nachtleven verwijderd geweest te zijn. Maar alsof onze lichamen zichzelf voor een flinke kater wilden behoeden kwamen ze vanaf het moment dat we de stad binnenkwamen in opstand. Martin kwam de griep uit Myanmar maar niet te boven en bij Dees hadden de parasieten die al maanden in haar darmen rondzwierven een klein offensief ingezet. Een arts in het ziekenhuis deelde ons vermoeden en schreef na een kort (uitwendig) onderzoek operatie 'Kill Worm' voor haar voor. Met 6 verschillende pillen per dag moest de parasiet te lijf worden gegaan. Knappe bacterie die deze berg gif overleeft. Echt lekker ga je je er verder niet van voelen en we konden ons in drie dagen Bangkok dan ook maar een paar keer opladen om de stad te verkennen. Het hoogtepunt was letterlijk en figuurlijk een bezoekje aan de beroemde Skybar uit de film 'The Hangover'.

Gelukkig misten de medicijnen hun uitwerking niet en ook Martin was na drie dagen weer de oude. Niet met een dikke kater, maar fris en fruitig betraden we dus de nachttrein naar Chang Mai, in het noorden van Thailand. Een prachtige ervaring. Het ene moment zit je rustig in een vierzits bank, het volgende ogenblik komt er een dame in uniform langs en wordt heel de trein omgetoverd in een lange slaapzaal. Het oogt allemaal wat claustrofobisch of zoals de Hollander zei die met zijn backpack vast kwam te zitten in het gangpad: 'Het lijkt hier GVD wel een onderzeeër!!' Wij vonden het allemaal fantastisch, dineren en slapen in de trein, het was net een schoolreisje.

Chang Mai is vergeleken met Bangkok een lekker gemoedelijk stadje. Tempel hier, tempel daar en prima met de fiets te verkennen. Nu hebben ze in Chang Mai een mooi concept bedacht. Bij elke tempel zitten monniken op banken die graag hun Engels willen verbeteren en waar je als toerist met al je vragen terecht kan over het geloof. Wie ons vorige verslag heeft gelezen heeft wellicht opgemerkt dat we licht kritisch zijn tegenover het Boeddhisme. Samen met een nog sceptischere Engelsman legden we de arme monnik het vuur aan de schenen en probeerden we iets van een antwoord in zijn indrukwekkend lange verhalen te ontdekken. We zullen jullie niet met alle details vermoeien, maar laten we het erop houden dat we bij onze oude mening blijven.

Dag twee in Chang Mai maakten we kennis met een ander stukje Thaise cultuur: De olifant. Thailand is werkelijk het mekka voor de olifanten liefhebber. Op elke straathoek kun je hier wel een tour boeken om de meest uiteenlopende activiteiten met deze grote grijze reuzen te gaan ondernemen. Dit varieert van een ritje op de rug, samen badderen of naar een potje olifantenvoetbal kijken. Volkomen natuurlijk gedrag voor een olifant, maar niet echt aan ons besteed. Nu kwamen we tijdens een scooter rit bij toeval een bejaardenopvang voor olifanten tegen waar de beesten na een leven vol shows goed verzorgd worden en van een rustige oude dag genieten. Ja, dat vonden we nog wel acceptabel en wat Bath waard om een paar trossen bananen aan deze beesten te mogen voeren. En dat was stiekem toch best wel heel erg leuk, en leerzaam. Wisten jullie bijvoorbeeld dat een olifant net als veel mensen ook haar op zijn slurf heeft?

De twee avonden hier brachten we voornamelijk door op de nightmarket. Dit zal ongetwijfeld een van de grootste en leukste markten van Azië zijn geweest want we konden hier letterlijk uren ronddwalen zonder verveeld te raken. En dat is best knap als je bedenkt dat Martin het normaal al na een minuut of 5 gezien heeft en Dees in sneltreinvaart langs alle kraampjes met toeristische meuk sleurt. Het zal wel aan de overvloed Thaise lekkernijen hebben gelegen waar hij zich helemaal mee kon volstoppen.

Tot zover hadden we het best naar ons zin in Thailand, maar het was het toch allemaal net niet. Waarschijnlijk waren we te bevooroordeeld en hebben we het land nooit echt een kans gegeven, maar vooralsnog blijft het voor ons het land met te veel vieze oude mannen met veel te jonge Thaise vrouwen en de reizigers die in Bangkok landen, bier willen zuipen op Khao San Road en dan zo snel mogelijk door gaan naar de full moon party op Koh Phangan.

Wellicht dat onze laatste stop hier nog verandering in kan brengen: Chiang Rai. Lijkt op Chiang Mai maar dan anders. Jaja daar komt ie weer: Same same but different. We bezochten hier een geheel witte en een geheel zwarte tempel ontworpen door twee excentrieke kunstenaars. Waarschijnlijk zijn deze heren fervent bezoekers van de full moon party's, want hoe kom je er anders op om de binnenkant van te tempel te decoreren met schilderingen van oa Superman, Angry Birds, Osama Bin Laden en George Bush. Wij vonden het zeker een welkome afwisseling na de duizenden gouden tempels van de afgelopen maand. Daarnaast maakten we hier een prachtige scootertocht door de bergen waarbij we als we goed keken China konden zien liggen. Allemaal best leuk, maar ons bezoek aan Thailand had lang genoeg geduurd, tijd om zo snel mogelijk naar Laos te vertrekken!

Gelukkig waren we niet meer zo ver van de grens verwijderd en een kleine 3 uur later meldden we ons bij de douane. We hebben inmiddels al wat grensovergangen meegemaakt, maar die van Thailand naar Laos gaat de boeken in als de meest relaxte. Met moeite kregen we een van de medewerkers zo ver om ons uit te leggen welke formulieren we in moesten vullen en met nog wat gebrom volgde ook een pen. Oké prima, ze zullen het vast druk hebben. Met de ingevulde formulieren verschenen we even later aan het loket en wierpen we een blik naar binnen om te zien wat deze mensen zoal bezighield. Één stond een hele kip in een braadpan te stoppen, een ander zat zijn nagels te knippen, de volgende zat tv te kijken, nummer 4 zat vast wat van het eten te proeven en de overige twee medewerkers controleerden tussen een aantal telefoongesprekken en dutjes door onze formulieren. Waarschijnlijk hadden we zelfs met een aanhangwagen vol kernkoppen nog probleemloos de grens kunnen passeren, erg bijzonder.

We begonnen in het uiterste westen van Laos in het plaatsje Muang Sing, gelegen in het grensgebied met Myanmar en China. Een erg interessant gebied met tientallen verschillende etnische volken die hier jaren in de bergen hebben rondgezworven. Ooit Chinees, Birmees of ergens daar tussenin maar nu neergestreken in Laos. Aangestoken door een enthousiaste Amerikaan die net uit Thailand was komen fietsen kregen wij ook zin om te mountainbiken en de volgende morgen gingen we met twee keurige Trek fietsen op pad. Ondanks dat we het merendeel van de tijd verkeerd reden en totaal verschillende richtingen op werden gestuurd hadden we een mooie rit door tal van kleine dorpjes met altijd enthousiaste kinderen en kleurrijke traditionele dorpsvrouwen. Maar de koninginnenrit was toch wel op dag twee met de etappe Muang Sing-China-Muang Sing. Want als je zo dichtbij bent is het natuurlijk wel leuk om even de Chinese grens aan te tikken, gewoon omdat het kan. De klim hier naar toe was met 35 graden (Celsius, niet de helling) redelijk pittig. De afdaling des te leuker, via stoffige zandpaden was het alleen maar downhill terug naar het dorp. Onderweg stopten we weer in traditionele dorpjes voor een drankje met de locals, en reden we door immense bananenplantages. En hoewel we een keer of 10 hopeloos dreigden te verdwalen was er gelukkig altijd wel een vriendelijke bananenboer die ons het juiste pad kon vertellen.

Dit mooie, ongerepte en niet toeristische deel van Laos beviel ons wel en we besloten nog verder naar het noorden te reizen. Dit werd een helse 10 uur durende busreis naar Phongsali. Ons bezoek aan dit hoogst gelegen stadje van Laos was bijna af te doen met één woord: regen. Ware het niet dat we s'avonds tijdens het eten aan de praat raakten met een zeer vriendelijke overheidsfunctionaris. 'I have power' was zijn lijfspreuk en hij stond erop die avond alles voor ons te betalen. Na een bier of vier belandden we in de lokale karaokebar en was het hek echt van de dam. Als Martin uit volle borst Hotel California door de microfoon gaat zingen weet je wel hoe laat het is. Als baldadige jongeren gingen we tot slot nog even zijn huis bezoeken voor een afzakkertje en om zijn vrouw wakker te maken. Een onverwacht prachtig slot van een treurige dag in Phongsali. Maar ja, zoals altijd, de kater komt later. We hadden namelijk ondanks de regen toch besloten een trekking te doen de volgende dag. Vooral Martin had het zwaar te verduren toen de volgende morgen om 6 uur de wekker ging om lekker twee dagen te gaan stappen door de jungle. Tot overmaat van ramp moesten we eerst ook nog even een uur in de bus over een bochtige bergweg. Nu was het voor de verandering niet een local maar Martin die zijn ontbijt tegen het asfalt liet kletsen. Als een klein, zielig meisje strompelde hij de eerste uren achter Dees en de gids aan. Maarja had je maar niet zo veel moeten drinken stomkop!

Gelukkig herstelde hij wat gedurende de dag en kwamen we na een mooie tocht door de jungle aan het eind van de middag aan in een afgelegen bergdorpje. We hadden in Myanmar al wat ervaring opgedaan met het leven in dergelijke dorpjes, maar het Akha volk waar we nu verbleven hield er wel de meest primitieve leefwijze op na. Een WC is in het dorp niet te vinden en er is 1 douche waar heel het dorp zich aan het eind van de middag komt wassen. Best wel gezellig eigenlijk en ook Martin was gelijk weer bij de les toen we vergezeld werden door een van de dorpsvrouwen in haar blote tetten.

S'avonds werden we bij een van de gezinnen in het dorp traditioneel welkom gegeten. Dat betekent hier een massage en het drinken van zelfgebrouwen rijstwhiskey. Ja, we konden de gebruiken van dit Ahka volk wel waarderen. Toen opa ook nog met een halve bamboeboom omgebouwd tot waterpijn kwam aanzetten was het feest compleet en Martin's kater als sneeuw voor de zon verdwenen. Waarschijnlijk helpt dit alles om de bacteriën te doden die je hier binnen krijgt want echt hygiënisch konden we het niet noemen. Niet dat we in de afgelopen maanden op veel plekken zijn geweest die in aanmerking komen voor het befaamde keurmerk van Rob Geus, maar ons gastgezin spande toch wel de kroon. Hoewel het eten heerlijk was is het toch vreemd dat er varkens door de kamer liepen en een van de biggetjes zelfs in de pan sprong om zijn portie te claimen. Ja we hadden het 'hier wordt ik niet vrolijk van' t-shirt wel kunnen uitdelen.

Na een goed ontbijt, met wederom te veel shotjes rijstwhiskey, begonnen we aan de terugtocht en kwamen we aan het eind van de middag uitgeput in ons guesthouse aan. Na een goede nachtrust begonnen we aan de reis verder naar het oosten, wederom een interessante rit.
We hebben deze reis al wat vreemde en enge chauffeurs meegemaakt. Van een taxichauffeur in Manilla die tijdens het rijden een dutje deed tot buschauffeurs in Midden-Amerika die tijdens het rijden een baby op schoot hielden en tegelijkertijd een peuk rookten. Maar deze chauffeurs in Laos maakten het wel heel bont. Gaan ze doodleuk bij de lunch even meer dan een halve liter pils weg zitten tikken. Maar veel andere keus dan weer instappen was er op dat moment niet want we bevonden ons werkelijk in de middle of nowhere in het noorden van Laos. Om even een indruk te geven van de omgeving: als we naar links keken zagen we een barbecue met daarop vers gebakken ratten en toen we naar rechts keken kwam rustig een boer met zijn olifant voorbij gewandeld. Gelukkig ging alles weer goed en opgelucht kwamen we aan op de plaats van bestemming: Muang Khua.

De enige reden dat we hier waren was om de verschrikkelijke bussen even te kunnen verlaten en het resterende deel van de reis naar het zuiden per boot af te kunnen leggen. Dit werd een prachtige tocht over de Nam Ou waarbij we de reis begonnen met 7 toeristen en eindigden met 30 locals in een 10 persoons boot. De rivier slingerde zich tussen enorme lijmsteenrotsen door en onderweg zagen we een enorme waterslang en onverschrokken locals zwemmen. Naast de passagiers werd de boot tussendoor volgeladen met krijsende biggetjes in juten zaken die zo nu en dan zelfs aan de wandel gingen. Al met al een mooie tocht.

Hierna restte ons niet veel anders dan toch weer met de bus verder te gaan. We dachten ons portie nu wel gehad te hebben en vol goede moed wachtten we op de luxe touringbus met airco, wc en ruime zitplaatsen die ons beloofd was. En wat verscheen er uiteindelijk? Een krappe minivan waar 10 lijkbleke locals inzaten die de vorige 8 uur al kennis hadden gemaakt met de rijstijl van de chauffeur. Daar gaan we weer... Bochten werden blind aan de binnenkant ingezet en we moesten regelmatig vol in de ankers om niet een buffel of koe dwars door midden te rijden. Dat is allemaal nog tot daar aan toe als de chauffeur maar een beetje bij de les blijft. Nu moet je wel van heel goede huizen komen om tijdens 20 uur lang in de bergen rijden met slechts af en toe stops van 5 minuten scherp te blijven. Eigenlijk gewoon onmogelijk en onverantwoord bleek toen de man met de hamer rond 23.00 uur langs kwam. Vanaf dat moment werd het voor de chauf gewoon overleven en werd er iedere 10 minuten gestopt om een sigaret te roken, water in zijn gezicht te gooien of een andere vergeefse truc uit te halen. Wij keken elkaar aan en besloten dat dit de laatste nachtelijke reis in een bus was. Rond een uur of 4 gaf hij de strijd op en parkeerde de bus in de berm voor een uurtje gezamenlijk slapen. Hoe hij het uiteindelijk klaargespeeld heeft weten we nog steeds niet maar om 06.00 uur stonden we toch op het busstation van Sam Nua, in het oosten van Laos.

Na een paar uurtjes bijslapen gingen we even kijken waar we nu eigenlijk terecht waren gekomen. Een mooie plaats om even de sfeer te pijlen is natuurlijk de markt, en we kunnen wel zeggen dat we gelijk goed wakker waren. Nu hebben de Vietnamezen misschien de reputatie alles te eten met 4 poten, behalve een tafel, maar hier kunnen ze er ook wat van. Op het eerste gezicht leek de markthal waar we binnenkwamen het normale assortiment aan vlees, groente en fruit te herbergen. Een nadere inspectie van de vleesafdeling leerde ons echter dat hier wel erg exotische hapjes te verkrijgen zijn. We vielen van de ene verbazing in de andere. Een compleet gevilde hond (of in stukjes), enorme veldratten, stekelvarkens, muizen, schildpadden, slangen, vogels. Een compleet uit elkaar geschroefd varken met onderdelen als de kop, de darmen, de poten, het bloed en het gebit netjes verdeeld over verschillende bakken en een vrouw die rustig de poten van grote krekels af staat te knippen met een keukenschaar zodat deze knapperige insecten niet meer weglopen maar wel lekker vers blijven. Ja, daar krijg je trek van. Na even twijfelen kozen we voor een groot portie poffertjes. Hoe dit recept hier terecht is gekomen was ons een raadsel, maar het smaakte heerlijk.

Naast al het eten kun je op deze markt terecht voor een goedkope knipbeurt. En dat was alweer even geleden. Nu hoef je in dit deel van het land niet op meer Engels te rekenen dan 'Hello', extra spannend dus wat er van je kapsel overblijft als je in de stoel plaatsneemt. Maar om een paardenstaart af te knippen hoef je geen engels te spreken bewees de kapster van dienst en binnen mun van tijd stond Dees met een prima coup buiten. Bij Martin verliep de communicatie wat stroever. Toen hij dacht dat hem gevraagd werd hoeveel eraf moest liet hij grofweg een centimeter tussen twee vingers zien. Binnen 10 seconden ging de tondeuse erin en werd duidelijk dat de man niet had gevraagd wat eraf moest maar wat erop moest blijven zitten. Dag krullen!

Maar waar we de helse reis van de dag ervoor werkelijk voor hadden afgelegd was een bezoek aan de Vieng Xai caves. Hier maakten we kennis met een zeer interessant en treurig stukje geschiedenis. In deze grotten hebben 10 duizenden mensen zich 9 jaar lang schuil gehouden voor bombardementen door de Amerikanen. Huh, bombardeerden de Amerikanen Laos was onze eerste reactie? Ja en niet zo'n beetje ook kwamen we achter. Ongeveer een vliegtuiglading bommen iedere 8 minuten, vierentwintig uur per dag, 9 jaar lang. Dit maakt Laos tot het zwaarst gebombardeerde land per hoofd van de bevolking uit de geschiedenis. Het doel hiervan was de communistische groeperingen in Laos bestrijden en daarnaast de toevoer van militairen en materieel van Noord naar Zuid Vietnam over de Ho Chi Minh Trail te onderbreken. Waarom maar weinig mensen hiervan af weten? Naast dat het overschaduwd werd door de Vietnamoorlog zijn de Amerikanen niet echt trots op dit stukje geschiedenis en hebben het jarenlang verzwegen. Niet voor niets wordt dit ook wel de Secret War genoemd. Het pijnlijke was dat Laos neutraliteit was gegarandeerd op de conferentie van Genève. Door de grootschalige bombardementen en geheime CIA operaties op te zetten in Laos werd niet alleen deze afspraak geschonden maar ook 10 duizenden burgers de dood in gejaagd. Terwijl al deze informatie tot ons kwam via de audiotour raakten wij diep onder de indruk van de omstandigheden waarin al deze mensen jarenlang geleefd hebben.

Vanaf Sam Nua pakten we de bus naar Phonsavan, een stad gelegen middenin de Plain of Jars. In dit gebied liggen velden vol eeuwenoude, loodzware kruiken, waarvan men niet exact weet met welk doeleinde deze gebruikt werden. Dit vond Dees wel zo machtig interessant dat ze vastbesloten was dit mysterie die middag zelf te gaan ontrafelen. Maar nadat onze driftige amateur archeologe zo'n 500 stenen potten van binnen en van buiten had bestudeerd sloot ze zich tot maar aan bij de meest gangbare verklaring. Men borg hier de doden in op om na een aantal maanden de botten er uit te halen om die vervolgens te begraven.

Minstens zo interessant in dit gebied zijn de sporen die de eerder genoemde oorlog heeft achtergelaten. Overal om ons heen bevonden zich enorme bomkraters en erger nog; onontplofte bommen. Terwijl we terugreden kwamen we toevallig een opruimingsteam tegen die zojuist een melding had ontvangen dat even verderop in een weiland vol koeien een bom zou liggen. We hadden inmiddels wel begrepen dat deze dreiging nog steeds aan de orde van de dag is, maar nu kwam het wel erg dichtbij. We besloten daarom s'avonds naar het informatiecentrum te gaan om uit te vinden in hoeverre het dagelijks leven van de mensen hier nog beheerst wordt door de bommen die 40 jaar geleden door de Amerikanen zijn achtergelaten.
Het antwoord vonden we behoorlijk schokkend. Sinds de officiële vredesverklaring in 1973 hebben de onontplofte bommen (UXO's genaamd) al 20.000 slachtoffers geëist en velen 10 duizenden meer raakten gewond. Nog steeds sterft in Laos 1 persoon per dag als gevolg van de UXO's. De trieste realiteit is dat veel mensen inmiddels wel weten van het gevaar van de bommen maar geen andere keuze hebben dan zich er aan bloot te stellen. Het is simpelweg gaan werken op het land waarvan je weet dat het bezaaid ligt met UXO's of thuisblijven en wachten tot je sterft van de honger. Daarnaast is er een ander deel van de bevolking dat zo arm is dat ze bewust op zoek gaan naar deze bommen, ze uit elkaar halen om het oud ijzer te verkopen. Met alle gevolgen van dien. Het einde lijkt voorlopig niet in zicht, met het huidige tempo duurt het naar verwachting nog zo'n 2000 jaar voor het land 'schoon' is. En voor wie denkt dat de Amerikanen zich er druk om maken: De bombardementen kostten de VS tijdens de oorlog 13 miljoen dollar per dag. Aan de opruiming draagt de VS gemiddeld 3,2 miljoen dollar bij, per jaar.

Hierna kwamen we langzaam maar zeker weer in de bewoonde wereld terecht en was het tijd voor Luang Prabang. Een stad waar je als Westerse toerist alles kan krijgen wat je nodig hebt en een plek die op de een of andere manier gewoon gezelligheid uitstraalt. Met honderden restaurants en cafes vooral een stad om niet zo veel te doen, achterover te leunen met een verse fruitshake en te kijken hoe de wereld aan je voorbij trekt.

Toch beleefden we de meest actieve ochtend van onze reis tot nu toe. We moesten namelijk weer eens aan het werk. En dan hebben we het niet over een rustig kantoorbaantje zoals we gewend zijn, maar hard ploeteren op het platteland. Na in 4 maanden zo'n 500 kilo rijst gegeten te hebben en 3 miljoen rijstvelden gezien te hebben vonden we namelijk dat het tijd werd uit te vinden hoe het van die prachtige groene velden in zo'n mooie witte korrel op ons bord terecht kwam. In een halve dag liepen we alle 14 stappen van het rijst maken door en leuker nog, we moesten het zelf doen. Van het planten van de rijst tot onze knieën in de modder tot het omploegen van het land met waterbuffel Suzuki. Erg leerzaam en de leukste werkdag die we ons kunnen herinneren, misschien moeten we onze carrière toch maar over een andere boeg gooien bij thuiskomst..

We hadden niet veel tijd om bij te komen want de volgende morgen ging om 5 uur alweer de wekker. Je kunt in alle vroegte in Luang Prabang namelijk zien hoe een waarschijnlijk ooit prachtige ceremonie wordt verpest door het massatoerisme. Daar komen wij graag ons bed voor uit. En we werden niet teleurgesteld. Nadat honderden monniken los werden gelaten in de straten van de stad om hun aalmoes op te halen kon het feest beginnen. Zo'n 5 minuten daarvoor waren al een paar bussen met chinezen ingereden die netjes langs de kant van de weg waren neergezet met hun zojuist aangeschafte aalmoes voor zich. Terwijl de monniken rustig langs liepen werd snel wat goedkope plakrijst in hun emmer gegooid en de selfiesticks, Ipads en enorme camera's tevoorschijn getoverd om hun goede daad van zoeven vast te leggen. Hierna was het de beurt aan de Europese toeristen om op de stoep te gaan liggen met een filmcamera om de monikken van 1 centimeter afstand op een arsenaal aan flitslichten te trakteren, GOEDEMORGEN!! Een rode loper premiere in Hollywood was er niks bij. Zonder gekheid, dit is natuurlijk gewoon dieptriest, overal in de stad hangen pamfletten om mensen te verzoeken zich gepast te gedragen tijdens de ceremonie. Dat betekent zoiets als afstand houden, stil zijn en geen flitsen. We schaamden ons diep als toerist zijnde.

Hierna volgden we de bekende reizigersroute zuidwaarts richting Vang Vieng. Trekpleister nummer 1 van deze stad: tuben. Dat betekent hier over dikke banden de rivier af suizen en je om de 10 meter vol gooien met drank bij barretjes langs de route. S'avonds verandert de stad daardoor eigenlijk in 1 grote Khao San Road, maar dan in zwemkleding. Nu zijn wij ook geen geheelonthouders maar we wisten de verleiding te weerstaan om scherp te zijn de volgende dag. We waren hier namelijk naartoe gekomen om onze eerste stappen op een steile rotswand te gaan zetten. De dag verliep alleen net iets anders dan we gedacht hadden. Op het moment dat de instructeur demonstreerde hoe je veilig naar beneden abseilt als je de top hebt bereikt brak er boven hem een stuk rots af dat met een oorverdovend kabaal naar beneden kwam zetten. In paniek rende iedereen voor zijn leven en was het alleen maar hopen dat we op tijd weg konden komen. De instructeur had de slechtste positie en zag machteloos bungelend aan het touw een stuk steen van 60 kilo op 2 centimeter van zijn hoofd passeren. In de seconde die gepasseerd was waren we ondertussen niet erg ver gekomen en was het duidelijk dat iemand geraakt zou gaan worden. Bij de doffe klap die hierop volgde vreesden we het ergste en we keken geschrokken achterom. Als door een wonder was Dees op het laatste moment nog voorover gedoken en had de rots haar hoofd weliswaar net gemist maar was wel via de wand op haar onderbeen gekomen. Enorm geschrokken namen we de schade op en constateerden we dat er waarschijnlijk niets gebroken was en iedereen ontzettend veel geluk had gehad. Dit had veel slechter af kunnen lopen.

Lopen zou er de komende dagen helaas niet meer in zitten voor Dees en gewapend met twee mooie retro krukken reisden we door naar de hoofdstad Vientiane om uit te rusten en te herstellen. Martin was ondertussen namelijk ook ziek geworden van een bedorven buffet. We vonden onszelf op dit moment best een zielig reisgezelschap. De een strompelde met krukken door de stad, de ander moest juist sprintjes trekken om op tijd bij de WC te zijn. Over de volgende 5 dagen valt dan ook weinig te vertellen of we zouden moeten omschrijven hoe Dees haar been steeds van kleur veranderde, of Martin zijn ontlasting. Of nouja, er is toch nog wel iets het vermelden waard. Martin was al dagen op zoek naar het voetbalshirt van het nationale elftal van Laos dat werkelijk nergens te vinden was. Totdat hij in het hotel iemand zag lopen met het betreffende shirt om zijn schouders. 'Hé, zou je me misschien kunnen vertellen waar je dat shirt gekocht hebt?' Zijn antwoord: 'Ik ben de bondscoach, vriend.' Bleek het een oude Engelse prof die al jaren in Azië rondzwerft en meerdere clubs en landen in de regio gecoacht heeft. En het mooiste, hij wist nog waar het shirt te koop was ook.

Maar we konden hier ook niet voor eeuwig blijven, dus besloten we een nachtbus met bedden richting het zuiden te pakken. Een standaardbus was hiervoor in een dubbeldekker omgebouwd waardoor we via een soort gang waar El Chapo het benauwd van zou krijgen naar onze bedstee moesten kruipen. Als de slaaptrein een onderzeeër was, was dit een spaceshuttle.

Aangekomen in Pakse begonnen we met een gezamenlijk uitje naar het ziekenhuis. Onze fysieke gesteldheid was nog precies hetzelfde als 5 dagen ervoor dus tijd voor wat deskundig advies. Hmm deskundig.. Er was 1 'Engels' sprekende dokter aanwezig. Zijn favoriete behandelmethode: een bloedonderzoek. Het resultaat en diagnose waren na 2 minuten binnen. Conclusie: Iets met niet gebroken, bacteriën, streetfood en pillen wisten we eruit op te maken. Om het niveau van het Engels te omschrijven: Terwijl we zitten te wachten komt er een Engels meisje lichtelijk in paniek binnen die de weg naar het politiebureau vraagt. "Ga daar maar even zitten dan komen we er zo aan" was het antwoord van de zuster. Als we haar niet hadden geholpen had ze vervolgens ook met een naald in haar arm gezeten. Met opnieuw een operatie 'kill worm' en wat antibiotica op zak verlieten we maar snel het ziekenhuis.

Maar na een week niets doen konden we echt geen moment langer stil zitten en besloten we een scooter te huren. Helaas in de regen, maar we waren allang blij en zagen twee spectaculaire watervallen. S'avonds namen we een massage en genoten we van het uitzicht over de stad bij een rooftopbar. Het leven was toch zo slecht nog niet.
De volgende dag bezochten we nog een eeuwenoude tempelruine, Wat Phou, waarmee we ons verblijf in Laos afsloten.

Op naar Cambodja! Want over een paar dagen zouden we Tamara en Wouter uit Nederland in Siem Reap ontvangen. Hoe het weerzien tussen de twee vriendinnetjes is verlopen, of Dees weer zonder krukken kan lopen en of alle parasieten Martin zijn darmen hebben verlaten horen jullie de volgende keer!

  • 10 Augustus 2015 - 15:49

    Ida:

    Hallo dees en Martin.

    Wat een prachtig verslag. En wat een avonturen toch weer.
    Jullie schrijven zo leuk dat het lijkt of ik zelf de reis meemaakt.
    Hopelijk voelen jullie je al wat beter.
    Het gaat al op schieten hè?
    Geniet maar.

    Liefs ida en jan.

  • 11 Augustus 2015 - 00:03

    Jeannette Graafland:

    hoy Dees en Martin,

    Tjonge Tjonge wat maken jullie toch een hoop mee , het is allemaal niet zonder gevaar,Jullie rugzak zit echt vol avonturen , nog een goed verloop van de reis en gauw beter worden allebei! Groeten uit Giessenburg . Hans en Jeannette!

  • 11 Augustus 2015 - 12:51

    Willem:

    Hallo Lieverds,

    dit moet echt in boekvorm uitgebracht worden.

    Zo fantastisch onder woorden gebracht. Echt spannend.

    Liefs

    papa

  • 12 Augustus 2015 - 18:18

    Bonny:

    Ik weet jullie nieuwe job! Rondreizen en verhalen schrijven! Haha echt geweldig weer!! Het ene moment zit ik met m'n hand voor m'n mond als ik het verhaal v h rotsblok hoor en het andere moment hardop te lachen om het haar v Martin. Jullie schrijven echt zo leuk!! Geniet er nog van de laatste weken! Hele dikke knuffel

  • 16 Augustus 2015 - 15:39

    Berthy Legierse:

    Hallo lieve Desiree en Martin,

    Ik zit gewoon even bij te komen van de verhalen

  • 17 Augustus 2015 - 17:28

    Willem Van Duin:

    Hallo wereldreizgers!

    ik heb het verhaal nu 3x gelezen en nu echt helemaal tot mij door laten dringen.
    Wat een geweldig reisverslag!
    Het is een rollercoaster van emoties, indrukken en ervaringen.
    FANTASTISCH geschreven.

    Wij zijn er hier in Holland gewoon bij met z'n allen.

    Tot over 6 weken!

    Liefs
    Papa

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Martin & Desirée

Hier kun je onze avonturen volgen tijdens onze wereldreis vanaf 1 oktober 2014!

Actief sinds 07 Sept. 2014
Verslag gelezen: 577
Totaal aantal bezoekers 13936

Voorgaande reizen:

01 Oktober 2014 - 30 September 2015

Wereldreis 2014/2015

Landen bezocht: