Money for Nothing - Reisverslag uit Mawlamyine, Myanmar van Martin & Desirée - WaarBenJij.nu Money for Nothing - Reisverslag uit Mawlamyine, Myanmar van Martin & Desirée - WaarBenJij.nu

Money for Nothing

Door: Martin & Dees

Blijf op de hoogte en volg Martin & Desirée

30 Mei 2015 | Myanmar, Mawlamyine

De komende 9 uur zijn we overgeleverd aan de IS. We zijn zojuist namelijk in Solo aan boord geklommen van een gammele wagon van de Indonesische Spoorwegen voor de lange reis naar Probolingo. Een vluchtige blik door onze coupé geeft een vertrouwd Indonesisch beeld: De bagagerekken puilen uit, de beenruimte van 20 centimeter moet gedeeld worden met onze overbuurmannen en de rugleuning is met een keurige hoek van 45 graden op de bank gemonteerd. Terwijl we plaatsnemen zijn onze tassen al ergens voorin onder de banken verdwenen en proberen wij te ontdekken hoe we onze beperkte beenruimte zo efficiënt mogelijk kunnen gaan benutten. Na wat gepuzzel zijn we eruit; als wij onze benen netjes tegen elkaar houden en de mannen tegenover ons ze iets spreiden past het precies. Om het feest compleet te maken zitten naast ons twee bloed irritante kinderen die vanaf minuut 1 solliciteren naar een nadere kennismaking met het spoor. Op zo'n moment weet je dat het een hele lange 9 uur gaat worden, en het een kwestie is van zo min mogelijk bewegen en wachten tot het voorbij is. Daarentegen wel zat tijd om onze belevenissen van de afgelopen weken op papier te zetten, dus laten we bij het begin beginnen:

'Allaaahu Akbar!!' galmt het door de straten van Medan terwijl Ali onze becakchauffeur zich door het verkeer manoeuvreert. We zijn in het (streng) Islamitische deel van Sumatra terecht gekomen en dat is te merken ook. De eerste drie vragen van een gesprek bevatten hier in willekeurige volgorde altijd de volgende: Wat is je naam? Ben je getrouwd? Ben je religieus? Zo ook tijdens deze eerste rit in de fietstaxi naar ons hotel. Tussen het geschal van de minaretten door ziet Ali zelfs nog even kans een paar passages uit de Koran voor te dragen. Moet kunnen allemaal, en als we bovenstaande vragen met Martin/Desirée, ja en nee beantwoorden wordt er over het algemeen genoegen mee genomen. Om vervolgens natuurlijk weer net zo enthousiast bekende voetballers uit Nederland door te nemen en te lachen om het feit dat koelkast, sambal en asbak hier dezelfde betekenis hebben.

Eenmaal aangekomen in het hotel liepen we Jessica en Aimen uit Nederland tegen het lijf die dezelfde trip voor de komende dagen in gedachten hadden. In goed gezelschap begonnen we dan ook aan een 6 uur durende reis met een chauffeur die gedacht moet hebben dat hij 10 hoogzwangere vrouwen naar het ziekenhuis vervoerde, die ieder moment konden gaan bevallen. Deze instelling in combinatie met een weg waarop, zo leek het, gister een lading clusterbommen was neergekomen maakte het tot een zeer interessante rit. De medepassagiers waarvan de backpack door al het gestuiter in een modderplas was beland konden dit begrijpelijkerwijs minder waarderen.

Bij aankomst in Bukit Lawang verkenden we het dorp en de nabijgelegen batcave en maakten we ons klaar voor de jungle trekking van de volgende dag. Want dit is wat mensen van overal ter wereld naar deze plek brengt; de mensen van de jungle oftewel de Orang Oetan.

Na het ontbijt vertrokken we met een gids, onze Nederlandse vrienden en Flo (de Franse versie van Kyteman) richting de jungle. Nu maar hopen dat we een paar van deze bruin-oranje monsters zouden spotten. Het was kennelijk onze lucky day want al na 5 minuten stonden we oog in oog met de eerste aap. Oké, het was misschien wat toeristisch en soms had het meer weg van een dierentuin, toch was het enorm indrukwekkend om op 3 meter afstand van een (semi) wilde Orang Oetan te staan. Ook de uren hierna was het een behoorlijke beestenboel met nog een handvol Orang Oetans, Thomas Sleeve monkeys (de punkers van de jungle) en een verdwaalde pauw. Maar de trip zou toch niet compleet zijn zonder een ontmoeting met 'The one Ape to rule them all', Mina.
Vooraf hadden we namelijk al mooie verhalen gehoord over deze temperamentvolle en alom gevreesde aap. Met een voorgeschiedenis van ruim 100 aanvallen op zowel toeristen als gidsen kan ze op zijn zachtst gezegd als agressief worden omschreven. Zaak dus om zover mogelijk bij deze queen of the jungle vandaan te blijven zou je denken. Voor de gidsen lijkt het echter juist doel nummer 1 om haar te vinden. Wij hadden "geluk" en vonden haar bovenop een heuvel omringd door een 30-tal toeristen. Om haar enigzins in bedwang te houden moet ze voorzien worden van een constante toevoer van verse vruchten maar ook dan blijft ze onberekenbaar. Wanneer ze even genoeg had van het lekkers wendde ze zich tot de omstanders die daarop doodsbang (inclusief de gidsen) alle kanten de jungle in schoten. Verantwoord? Nee. Vermakelijk? Ja. Gelukkig liepen we daarna de vriendelijke Jackie tegen het lijf. Deze Orang Oetan is erg lief, hij wil alleen maar knuffelen, aldus de gids. Ja vertel dat maar eens tegen het doodsbange meisje waarvan Jackie zojuist de hand heeft vastgepakt en niet van plan is deze los te laten voor hij is getrakteerd op 3 kilo verse ananas. Maar alles liep goed af en na 7 uur door de jungle getrokken te hebben bereikten we ons kamp aan de rivierbedding. Prachtig. De volgende morgen werden we gewekt door een groep hongerige apen en zwommen we wat rond in de riviertjes rond het kamp. De terugtocht hoefden we niet te voet af te leggen maar konden we raften terug naar het dorp. Nouja raften, hier worden gewoon 5 opgeblazen banden aan elkaar geknoopt en gaat de gids met een grote bamboestok voorop zitten, het blijft wel Indonesië natuurlijk.

Terug in het dorp was het snel verkleden geblazen want een paar uur later zou onze bus richting Banda Aceh al vertrekken. Lekker bijkomen van al het gesjouw in de jungle tijdens een 14 uur durende reis in een slaapbus dachten we. De beenruimte en temperatuur gooiden helaas roet in het eten. Ze moeten ons toch eens uitleggen waarom ze in Azië als er ergens airco is de temperatuur altijd laten dalen tot het niveau van een koelcel. Onderkoeld en behoorlijk in de kreukels bereikten we dan toch Banda Aceh en stapten we op de ferry naar Pulau Weh. Een eilandje in het uiterste westen van Sumatra.

De Indonesiërs lijken zich over het algemeen niet al te druk te maken maar op Pulau Weh is niets doen tot kunst verheven. Zitten, slap lullen en koffie drinken zijn de belangrijkste dagtaken van de gemiddelde eilandbewoner. Wanneer we tussen de duiken door met de locals over Nederland praatten ging het voor de verandering dan ook niet over tulpen en windmolens maar kwamen zeer praktische zaken aan de orde; "Nederland, daar is het toch heel koud?" "Uuh ja soms." "Maar als ik dan buiten zit met mijn bakkie, hoe lang duurt het dan voor het afgekoeld is?"

Deze onbezorgde levenshouding wordt voortgezet in de werkwijze van de plaatselijke duikshop. Nadat Martin de divemaster geïnformeerd had nog redelijk onervaren te zijn en met zijn Padi certificaat officieel maar tot 18 meter diepte mag duiken was zijn droge reactie: "Oké, dan beginnen we vandaag op 28 meter." En ademen doe je hier tot je tank leeg is. De 50 bar waar je normaal minimaal mee boven probeert te komen wordt hier gebruikt om nog een extra duik te maken. Want ja, we zijn er nu toch, en we kijken wel hoever we komen.

De uren die we hier niet onder of in het water doorbrachten reden we wat rond op de scooter om het meest westelijke punt van Indonesië te zien, schommelden we heen en weer in de hangmat, dronken we koffie met de locals, maakte Ellen ons met prachtige verhalen lekker voor Myanmar en werd langzaamaan een nieuw plan geboren. Na de reisverslagen van Tim er hierna nog eens op nageslagen te hebben wisten we het zeker, niet Maleisië maar Myanmar wordt onze volgende bestemming. Hierover later meer.
Als je niet oppast blijf je zo een weekje plakken op dit uiterst relaxte eilandje. Maar daar is de rest van Sumatra toch echt te mooi voor en na drie mooie dagen pakten we de tassen weer in en stapten we op de boot.

Aan een kleine fotosessie zijn we inmiddels wel gewend dus op de ferry terug naar het vaste land wisten we alweer hoe laat het was toen een moeder met haar twee dochters gewapend met een camera op ons af kwamen lopen. De gebruikelijke fotoshoot kreeg echter een verassende wending toen de dochter ons 2 minuten na kennismaking uitnodigde om bij haar thuis te komen slapen. "Can you sleep at my house, please?" "Uuh tja, ik denk niet dat dat zo goed uitkomt." Maar de aanhouder wint moet ze hebben gedacht en na het nog 15x gevraagd te hebben hadden we zoiets van; Ja waarom eigenlijk ook niet, en volgden deze vriendelijke moslima's in drie verschillende bussen naar de buitenwijken van Banda Aceh. En daar zit je dan op een kleed op de grond in de woonkamer terwijl je geen idee hebt waar je bent en een woordenboek Engels-Indonesisch in het midden ligt om enige vorm van communicatie mogelijk te maken. Toch voelden we ons vanaf moment 1 al op ons gemak, wat een geweldige vriendelijke en gastvrije mensen zijn dit. Eerst maar eens 'walkie walkie' doen stelde de dochter voor, maar niet voordat we Dees een mooie hoofddoek hebben aangemeten. Want toerist of niet, hier gelden de ijzeren wetten van de Sharia. Met een stoet achter ons aan of we de koning en koningin zelf waren liepen we vervolgens door het dorp en gingen we bij alle familie, vrienden en kennissen in de buurt langs voor een praatje en een foto.
Terug in het huis werd ons een heerlijke maaltijd voorgeschoteld en kwam de rest van de buurt langs om deze gekke Hollanders even van dichtbij te bekijken.
Ook voor de volgende dag hadden ze een druk programma voor ons in petto. Eerst even de zonsopkomst bekijken over de rijstvelden, terwijl ondertussen het dorp door de militaire politie uitgekamd werd op zoek naar oppositieleden. Hmm, misschien is het conflict in de regio dan toch niet helemaal voorbij. Na het ontbijt trokken we er met 4 andere familieleden op de scooter op uit om de omgeving te gaan bekijken. Te beginnen in het tsunamimuseum (dit is de plaats die het zwaarst getroffen werd tweede kerstdag 2004 met ruim 60.000 doden) en de belangrijkste moskee. We sloten de dag af bij een zielige waterval in de bergen waarvoor we 3 uur door de stromende regen hadden gereden. Maar ach wat zou het, we hadden lol, lachten en voerden lange gesprekken terwijl geen van de betrokkenen ook maar enig idee had wat de ander zei, prachtig!

En terwijl iedereen op zijn eigen scooter op de terugweg zat na te genieten van de fantastische dag die we samen hadden gehad, kwam er opeens een abrupt einde aan alle vrolijkheid. Met een gangetje van zo'n 45 km/h klapte onze nieuwe vriend bovenop zijn voorligger die stapvoets midden op de weg reed. Met een kleine 3 meter hierachter hadden ook wij geen ideale positie en was er een wonder voor nodig om hier heelhuids uit te komen. Dees haar toewijding een hoofddoek te dragen werd boven kennelijk toch gewaardeerd en na een wonderbaarlijke manoeuvre van Martin stonden we met een klein schrammetje geschrokken, maar rechtop in de berm de schade op te nemen. Naast de schaafwondjes was dit bij ons slechts een kapotte slipper, maar een blik naar links leerde ons dat zich onder de slachtoffers een moeder met twee jonge kindjes bevond die door de klap met hun tere hoofdjes op het asfalt waren gesmakt. Zonder helm uiteraard, dus dit leek ons meer het werk voor een ambulancebroeder. Hier hebben ze kennelijk vaker tevergeefs op de ziekenwagen gewacht dus werd gekozen voor een wat radicalere oplossing, we brengen ze zelf wel. En ja, dat betekent op de scooter. Wij werden ondertussen met de meest labiele persoon uit de groep in de middle of nowhere achtergelaten. Terwijl wij hier op een bankje zaten bij te komen van al deze commotie ging ons gezelschap snel weer over tot de orde van de dag, selfies maken. Gelukkig werden we door onze gastvrouwen twee uur later netjes opgehaald en konden we onze weg vervolgen. En voor wie denkt dat de veroorzaker van het ongeluk ook maar enigszins onder de indruk was van het leed dat hij had aangericht. Nee hoor, vrolijk slalomde hij weer met 70 km/h tussen de auto's door. Want ja, zo verklaarde hij, je blijft Valentino Rossie, ook na een crash.

Hierna volgde dan toch het onvermijdelijke afscheid. En terwijl onze gastvrouw haar laatste vrije mb's op haar telefoon nog even volschoot met selfies installeerden wij ons in de geliefde nachtbus terug naar Medan. Gekleed als op een gure decemberdag in Nederland was het dit keer zo slecht nog niet. Des te vervelender was het om daarna nog even 6 uur als een kleffe balande goreng opgepropt te worden in een andere bus naar Lake Toba.

Onze bestemming was Samosir Island, gelegen midden in dit reusachtige meer. Omgeven door helderblauw water, indrukwekkende bergen en steile kliffen hadden we een prachtig decor voor 3 dagen relaxen. We reden wat op de scooter rond, dompelden ons onder in het meer en dineerden s'avonds met en bij Joe.

We hebben zoals eerder geschreven nog maar weinig Indonesiërs met stress gezien. Maar er zijn twee situaties waarbij het rustige karakter van deze mensen van het een op het andere moment om kan slaan. Allereerst is dit wanneer de mensen ergens voor moeten wachten. Je wordt hier als je netjes in de rij staat aan alle kanten voorbij gelopen en steevast in je rug geport terwijl het overduidelijk is dat de rij ook maar geen millimeter meer naar voren kan. En ook nadat er 3x omgeroepen is in het vliegtuig dat er pas opgestaan mag worden nadat het riemen vast lampje uit is kun je de klok erop gelijk zetten dat 10 seconden nadat de wielen de landingsbaan hebben geraakt, het hele vliegtuig fanatiek de handbagage uit de rekken aan het rukken is. Erg bijzonder. Ten tweede is dit wanneer de Indonesische man plaatsneemt achter het stuur. Er wordt hier met een risico en snelheid gereden waardoor je iedere rit het gevoel krijgt dat dit je laatste zult zijn. Dit ondervonden we eens te meer op de terugweg van Lake Toba naar Medan. Tijdens een drie uur durende wolkbreuk werd er niet over gepeinsd ook maar een beetje gas terug te nemen. Een bus door de vangrail half bungelend boven het ravijn, een frontale aanrijding van twee minivans en een scooter die vlak voor onze neus een vlekkeloze buikschuiver demonstreerde zijn slechts een greep uit de vele ongelukken die we deze 7 uur durende reis hebben gezien. Dan ben je toch blij dat je bij toeval de zo ongeveer enige normale chauffeur van het land voorin hebt zitten die wel met gepaste snelheid rijdt en zonder blikken of blozen door een straat heen stuurt/vaart waar mensen letterlijk tot hun middel in het water staan.

Toch fijn als je dan weer in 1 stuk in Medan aankomt waar die nacht ons vliegtuig naar Java vertrok. En wie Java zegt, zegt het verkeerd. Jawa moet het zijn werd ons meerdere malen door de locals duidelijk gemaakt na ons eerst uitgebreid uitgelachen te hebben. Hoe dan ook, Jogjakarta is het culturele hart van dit eiland en dé plaats om de Borobudur en de Prambanan tempels te bezoeken. Beide tempels zijn zondermeer erg indrukwekkend, maar het is lastig hier echt van te genieten. Voor de scholieren van Java die hier in grote getalen met bussen worden ingereden zijn het niet meer dan een hoop gelukkig opgestapelde stenen en ben jij, de westerse toerist, de echte attractie. Dit betekent onafgebroken interviews geven, poseren voor foto's en een groep van 20 giechelende tieners om je heen.

Onze relatie met de Indonesiërs liep hier tevens een eerste deukje op. Met een verschrikkelijk duur combinatieticket van de Prambanan en Borobudur tempel ter waarde van €30,- (de lokals betalen 2 euro) klopten we om 6 uur s'morgens aan bij de poorten van de Borobudur. 'Sorry sir, je komt er niet in, het ticket is maar twee dagen geldig.' Waaaaat???! Dit ga je toch niet menen. Maar we konden hoog of laag springen, we kwamen er niet in. De legendarische woorden: 'I wanna talk to your manager' werden zelfs uit de kast gehaald, maar alles leek tegen dovemansoren gericht. Ja dan kan je twee dingen doen, met de staart tussen je benen afdruipen of nog 500.000 rupiah op de balie smijten die waarschijnlijk linea recta naar de corrupte overheid gaan. We telden tot 10, haalden een paar keer diep adem en kozen voor optie twee.

Verder was het best goed toeven in Jogja. Ondanks de drukte is de sfeer prima, het openbaar vervoer werkt uitstekend en zijn er zat interessante dingen te zien. Tot nu tot was dit de eerste stad in Azië die we echt de moeite van het bezoeken waard vonden en waar je rustig een paar dagen kunt verblijven. Wij maakten er drie van voor we doortrokken naar Solo, een stad 3 tot 8 uur verder naar het oosten waar we eveneens 3 dagen verbleven. Hier ontmoetten we officieel de meest behulpzame persoon van onze reis. Als we iets nodig hadden was Boeddi er, of we er nou om vroegen of niet. 'Hé, misschien is het handig een kaart mee te nemen?' Knock knock, Boeddi hier. 'Hier een map en alle info over de stad.' Na anderhalf uur met de scooter gereden te hebben richting twee prachtige tempels kwamen we op de enige kruising van de weg. En wie blijkt ons gevolgd te hebben om druk arm gebarend langs de weg te staan om ons naar links te sturen? Boeddi. Op de dag van vertrek stonden we na een half uur gelopen te hebben vertwijfeld naar twee bushaltes te kijken. Moeten we nou aan de linker of rechterkant zijn? En je raad het al, wie kwam hier opeens uit het struikgewas om ons in de juiste bus richting het treinstation te helpen, Boeddi! Ze hadden deze man ter plekke tot manager van het hotel moeten promoveren. Oh nee wacht, dat is hij al, erg bijzonder.

Dit brengt ons weer bij het begin, de treinreis naar Probolingo. Hier zaten we toevallig achter Finn, een economisch geograaf uit Utrecht. Tijd dus om er even een mooi cliché uit te gooien: 'Wat kan de wereld toch klein zijn!' Maar door even lekker over het vakgebied en koetjes en kalfjes te praten werd de reis toch nog een stuk dragelijker.

Na nog 1,5 uur in een minivan kwamen we dan eindelijk aan op de plaats van bestemming; Bromo. De volgende ochtend trokken we er al vroeg op uit om deze vulkaan vanaf een nabijgelegen berg te bewonderen. En wat een uitzicht! Omgeven door een indrukwekkend maanlandschap, domineert deze krater samen met Mt Semeru de omgeving. Na de nodige plaatjes geschoten te hebben, sprongen we weer in de minibus richting de bewoonde wereld. Dit betekende weer Probolingo, vanwaar we aansluiting zouden hebben naar onze volgende stop.

En wil je ook de unieke ervaring hebben om Martin een keertje boos te zien? Zet hem dan tussen 15 maffiabazen op het busstation van Probolingo. Dat toeristen standaard 10x meer betalen dan locals was bij ons al bekend, maar dat zelfs de busmaatschappijen onder druk staan van vuile oplichters was nieuw voor ons. We werden gedwongen een kaartje te kopen bij onbetrouwbare gasten, terwijl de chauffeur en medepassagiers angstig hun mond hielden. . Voor Martin was met het voorval van Prambanan nog op zijn netvlies de maat vol, en begon hij een scene te schoppen. "You are maffia! This is no good. This is not the way you should treat tourists!" We gaan niet mee, we gaan wel mee. Ik betaal niet, oké de helft dan. De chaos was compleet, en onze tassen waren inmiddels al twee keer uit de bus getrokken. We besloten ons uiteindelijk toch maar over te geven en de belachelijk dure kaartjes te kopen (€3,50).

Na de 4 uur durende busreis waren de gemoederen weer wat bedaard en bereikten we Bondowoso, vanwaar we de volgende morgen de bus richting de Ijen vulkaan pakten.

Dit is 1 van de twee plekken ter wereld waar je in de krater van een vulkaan het befaamde 'blue fire' kunt zien. Je moet er helaas wel weer midden in de nacht voor tussen de zure lappen vandaan komen. Toen we om 01.00 met 8 graden Celsius bibberend in het pikdonker op ons scootertje over een kronkelende bergweg naar de voet van de krater reden vroegen we onszelf af; waar doen we dit ook al weer voor? Oja, om met Ali en zijn collega sulfaat miners de vulkaan op te hiken om hierna af te dalen in de krater om de blauwe vlammen te zien. Met een prachtige sterrenhemel boven ons en blauwe vlammen een paar meter voor ons stonden we dan uiteindelijk om een uur of 3 beneden in de krater, wat een uniek moment. Door alle zwavelzuurgassen geen plek om lang rond te hangen dus haastten we ons weer naar boven om de zon op te zien komen. Watjes, moeten Ali en zijn collega's gedacht hebben, zij hakken rustig eerst even 80 kilo van dit gele spul uit om dit op hun schouders mee naar boven te nemen. Deze tocht leggen ze twee keer per dag/nacht af en strijken hier een schamele 15 dollar voor op. Maar altijd goedlachs en zonder te klagen, respect.

Wij zaten echter om 07:30 alweer aan een lekkere nasi goreng in het dorp en probeerden uit te vinden hoe laat de bus terug zou vertrekken: "9?" "Maybe." "10 dan?" "Yeah maybe." "Uuh en 11 uur?" "Yes maybe." Oké, dat schiet lekker op, we moesten die dag nog 300 kilometer verderop in Surabaya uit zien te komen. Tijd dus om het lot in eigen hand te nemen; backpack om en gaan, we zien wel wat er gebeurd. 2 minuten later zaten we in de laadbak van een ouwe veetruck en hadden we in een recordtijd de eerste helft van de reis afgelegd. Wel jammer dat je daarna 5 uur moet wachten op de volgende bus. We waren dan ook compleet naar de haaien toen we s'avonds in Surabaya aankwamen.

In deze stad brachten we onze laatste twee dagen in Indonesië door. Deze dagen vulden we met een bezoek aan een tabaksfsbriek en propten we onszelf vol met westers voedsel, heerlijk!

Voordat we naar Myanmar vertrokken maakten we eerst nog een tussenstop in Singapore van twee dagen. Een mooie stad, maar een budget backpackers nachtmerrie. Het goedkoopste hotel kost hier €30,-. Je slaapt dan wel in een bezemkast en de overige gasten bestaan uit ratten en kakkerlakken als we de reviews moeten geloven. Voor een fatsoenlijke accommodatie moet je toch eigenlijk €100 + neerleggen. Wat is het dan toch fijn dat je hier familie hebt wonen. Een neef van Martin in de categorie van als je elkaar 1x in de twee jaar toevallig op een verjaardag ziet is het veel, maar je wel gelijk de sleutel van zijn appartement geeft en ons s'avonds meeneemt voor saté en een biertje op de plek met het beste uitzicht van de stad, dat is nog eens Hollandse gastvrijheid!

Verder was Singapore vooral een verademing om even terug te zijn in de Westerse wereld. Alles is schoon, georganiseerd en er mocht weer pils gedronken worden op straat. Zeer welkom na 4 weken onder streng islamitisch regime geleefd te hebben. Daarnaast vergaapten we ons vooral aan de imposante skyline en vulden we de reserves verder aan bij vele heerlijke hawker stalls.

We zijn inmiddels alweer 4 dagen in Myanmar en het bevalt ons uitstekend! Maar daarover meer in een volgend verslag.

En tot slot nog even dit:
Elke backpacker in Azië krijgt met het malariavraagstuk te maken: ga ik de pillen slikken of niet? Voor beide keuzes valt wat te zeggen. Maak de pillen maar eens open en kijk wat voor vergif je eigenlijk inneemt. Dit kan je lichaam, zeker voor een half jaar, toch geen goed doen. Aan de andere kant zal het ook geen pretje zijn hier aan de andere kant van de wereld Malaria op te lopen. In eerste instantie slikten we de pillen braaf maar nadat de eerste bijwerkingen optraden sloeg bij ons de twijfel toe en lastten we enkele stopweken in. Vooral de licht hallucinerende werking die de pillen s'nachts hadden baarden ons zorgen. Terecht of niet? Hieronder drie van de meer normale dromen van de afgelopen maanden. Lees dit en oordeel zelf:
- Om 3 uur s'nachts roept Dees opeens "Ik moet mijn tanden nog poetsen!" "Ik ook." antwoordt Martin en we haastten ons naar de badkamer waar we tot de conclusie kwamen dit 5 uur daarvoor allang gedaan te hebben.
- Andere nacht 02.00 uur in een appartement. Dees:"Geef me snel wat om mee te schijnen! Er zijn allemaal takken op onze klamboe gevallen." Na een uitvoerige inspectie van de klamboe kon Dees aan haar verstand worden gebracht dat het toch vrij bijzonder zou zijn als in een afgesloten kamer opeens takken uit het plafond zouden vallen.
- Wederom bij een nachtelijk toiletbezoek. Dees: "Moet je kijken, er zijn handen daar in de kamer." Martin: "Ja hoor, dat lijkt me vrij stug, trusten."

Tot schrijfs!

  • 30 Mei 2015 - 20:32

    Jeannette:

    Hallo Dees en Martin, met veel genoegen jullie reisverslag weer gelezen, wat is reizen toch fijn je beleeft van alles em maakt veel mee , wat een avonturen ! Zijn zelf ook net terug van een maand reizen door Amerika , met name de Westkust doorgetrokken , nog heel veel plezier samen, kijk al uit naar het volgende verslag! Jeannette/,

  • 30 Mei 2015 - 23:22

    Annemiek:

    Ik heb weer genoten van jullie avonturen. Blijf genieten x

  • 30 Mei 2015 - 23:29

    Hélène:

    Super leuk om te lezen! Heb weer lekker een aantal keer hard op gelachen :-)
    Maar wat maken jullie veel bijzonders mee! Fijne tijd in Myanmar. Dikke Kus!

  • 31 Mei 2015 - 10:57

    Bonny :

    Ahhh top verhaal weer! Wat is beter dan zondagochtend wakker worden, zien dat er een nieuw verhaal van jullie online staat en lekker lezen & lachen. Ik heb weer enorm genoten! En moet zeggen.. Dat ik ook wel uitkijk naar jullie terugkomst.. We stonden gister op een feestje the flying dutch en daar hadden jullie ook goed bijgepast..

  • 31 Mei 2015 - 12:04

    Mam/ineke:

    Hoi samen,
    (Ik reageer nu ook eens op deze manier

  • 31 Mei 2015 - 12:14

    Mam/ineke:

    Heel boeiend en indrukwekkend verhaal. Wat maken jullie ongelofelijk veel mee. Ook af en toe afzien zeg, in de bussen etc. Moest er ook erg om lachen. Wat een hele andere wereld. En Dees slaapwandelen deed jij als kind ook veel

  • 31 Mei 2015 - 16:28

    Karin:

    Hoi Martin en Dees,
    Weer heerlijk bij gelezen. Volgens mij doen jullie het heel goed afwisseling tussen heel spannende avonturen en heerlijk genieten van al het moois.
    Ben nu al benieuwd naar t verloop van de treinreis........en stond die leuning nou in een hoek van 45 of 90 graden :).
    Veel plezier verder

  • 31 Mei 2015 - 18:03

    Jan En Ellen:

    Haha...geweldig die verhalen van jullie. We zijn jaloers! Nu zijn we op zoek naar een wondermiddel dat ons 30 (Ellen) en 40 (jan) jonger maakt. Dan gaan we ook! Fijne tijd nog!

  • 20 Juni 2015 - 16:07

    Jacob Pothof:

    hallo martin & dees

    Elke keer weer geweldig om julie belevenissen te lezen dus blijf vooral schrijven.
    Wat de malaria pillen betreft is geen enkel medicijn goed voor een mens maar ja soms moet je wat.
    nog veel plezier en avonturen
    groetjes
    jacob

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Martin & Desirée

Hier kun je onze avonturen volgen tijdens onze wereldreis vanaf 1 oktober 2014!

Actief sinds 07 Sept. 2014
Verslag gelezen: 704
Totaal aantal bezoekers 13938

Voorgaande reizen:

01 Oktober 2014 - 30 September 2015

Wereldreis 2014/2015

Landen bezocht: